Millin of Hryntschak?

Open Partiële Prostatectomie volgens Millin of Hryntschak

Als een operatie zoals een TURP wordt overwogen zal de uroloog de prostaat op zijn volume onderzoeken. Een schatting op basis van het rectaal onderzoek met de vinger kan volstaan voor een ervaren uroloog om een beslissing te nemen. Vaak zal men ook een volumemeting met transrectale echografie uitvoeren. Vanaf 60 gram kan men beslissen een open ingreep te verrichten. De beslissing of er best een turp dan wel een open ingreep gebeurt laat men best over aan de chirurg die de ingreep uiteindelijk moet doen. De open ingreep noemt men de open partiële prostatectomie. Twee varianten worden courant uitgevoerd. Ze zijn genoemd naar de chirurgen die ze het eerst beschreven ter behoeve van collega-artsen( techniek volgens Millin of techniek volgens Hryntschak).

de prostaat zit nog ter plekke

Na insnede van de onderbuik (de snede start onder de navel) wordt het prostaatkapsel (bij de techniek volgens Millin) of de blaas (bij de techniek volgens Hryntschak) opengemaakt. Bij deze techniek kijkt men eigenlijk van bovenaf op het oppervlak van de prostaat die in de blaas uitpuilt (paars).

waar de prostaat zat is nu een holte. deze holte wordt afgelijnd door het prostaatkapsel dat blijft

Bij de ingreep wordt door stompe dissectie met de vinger het binnenste van de prostaat weggenomen. Het kliergedeelte komt bij de ingreep mooi los van het prostaatkapsel. De chirurg zal de bloeding die deze stompe dissectie veroorzaakt daarna controleren. Waar het klierweefsel gezeten heeft, blijft een holte die langzaam terug bedekt wordt met zogenaamd epitheel (de huid van de blaas). In het begin ligt op dit oppervlak een grote korst, een beslag met bruine kleur. Deze korsten komen los en worden uitgeplast. Eronder groeit het normaal epitheel.

Net zoals bij de TURP blijft het kapsel ter plaatse en blijft controle op prostaatkanker nadien nodig. De zenuw voor de erecties ligt buiten het kapsel en wordt niet beschadigd bij deze operatie. Er is dan ook quasi geen kans op impotentie. Ook blijft men weg van de sluitspier zodat er geen stress)incontinentie ontstaat nadien.

Er is niets modern of ‘modieus’ aan het uitvoeren van een ingreep die reeds 100 jaar bestaat. Het feit dat, na 100 jaar, er weinig verandering in de techniek is gekomen, toont aan dat deze techniek echt zéér goede en duurzame resultaten oplevert. Na een TURP kan er een heringreep nodig zijn; dit is na een open partiële prostatectomie erg zeldzaam.


Het verschil met een [intlink id=”142″ type=”page”]radicale prostatectomie[/intlink] is het behoud van het prostaatkapsel. Men heeft dan ook quasi geen risico op impotentie en incontinentie.