Anti-Androgenen en prostaatkanker
Anti-androgenen blokkeren de werking van testosteron in de prostaatcel. Anti-androgenen zijn stoffen die de invloed van testosteron rechtstreeks blokkeren in de cellen van de prostaat, zonder het testosterongehalte in het bloed te doen dalen zoals bij LH-RH agonisten (Lucrin, Depo-Eligard, …). Dit heeft tot gevolg dat de prostaatcellen en prostaatkankercellen een snel zelfvernietigingsproces zullen ondergaan, zodanig dat de tumor zal verkleinen. Gezien het testosterongehalte in het bloed niet daalt zoals bij LH-RH agonisten is er meer kans dat het libido en de potentie bewaard blijven.
Anti-androgenen worden vaak gebruikt in combinatie met LHRH-agonisten (bvb bicalutamide 50 mg per dag) Anti-androgenen werden oorspronkelijk ontwikkeld om de vrijzetting van testosteron door de bijnier te blokkeren. De LH-RH agonisten werken immers enkel op niveau van de teelballen. Niet alleen de teelballen maken testosteron ook de bijnieren doen dit. Anti-androgenen worden meestal soms toegediend met LHRH–agonisten om een kortstondige zogenaamde ‘flare-up’ te vermijden (bij opstart met LH-RHagonisten is dit namelijk het geval) gedurende de eerste weken behandeling met LH-RHagonisten .
Ze kunnen ook blijvend gecombineerd worden met LHRH-agonisten, we spreken dan over volledige of totale androgeenblokkering.
Soms kan een anti-androgeen ook alleen gebruikt worden. monotherapie: bvb bicalutamide 150 mg per dag
Sommige anti-androgenen worden in bepaalde gevallen alléén voorgeschreven, maar wel in hogere dosis, bij lokaal gevorderde prostaatkanker zònder botmetastasen, als monotherapie of in combinatie met radiotherapie. Deze geneesmiddelen kunnen in die specifieke gevallen even doeltreffend zijn als LHRH-agonisten.
Omdat zij het testosterongehalte niet doen dalen, veroorzaken de antiandrogenen geen wijziging van de mannelijke karakteristieken. Libido en zelfs erecties blijven meestal behouden.
Wel vertonen anti-androgenen, net als de meeste geneesmiddelen, een aantal bijwerkingen, zoals pijnlijke zwelling van de borsten (gynaecomastie) of spijsverteringsstoornissen. Deze bijwerkingen zijn doorgaans mild en verdwijnen meestal bij stopzetting van de behandeling.